Direct naar de inhoud.

De kracht van vriendelijkheid vertelt… maart 2025

Een dame komt met stevige tred en paniekerige blik ’t gebruukt klaaierhoes inlopen. “Er is wat ergs gebeurd, er is wat ergs gebeurd.” Ola! Dat voorspelt weinig goeds. Ze loopt een beetje verdwaasd rond en kijkt om zich heen. Ik sta op van achter mijn kopje thee mit kouke en ik ga er op uit om haar te vangen. “Wat is er aan de hand?” vraag ik haar. Ik zie de paniek in haar ogen, de gespannenheid in haar lijf. “Het gaat om Anne”. (Verzonnen naam natuurlijk, echte namen doen we hier niet aan.) Ze ligt in het ziekenhuis.

“Kom eerst eens even zitten”, ik neem haar mee naar de koffietafel. “Daar ben ik veel te onrustig voor”, zegt ze, maar ze laat zich toch meetronen en even later zit ze achter een bakkie kovvie. Kouke hoeft ze niet. “Nou, vertel…”

“Anne is vannacht bevallen.”

Ik denk even na. Ik ken de meeste mensen wel die bij ons ingeschreven staan, maar ik heb duidelijk gemist dat Anne zwanger was. Even later blijkt dat zij het ook gemist had. Ze dacht al ver in de overgang te zijn. Met ernstige buikklachten was ze naar het ziekenhuis vervoerd. En korte tijd later, bleek dat ze aan het bevallen was. Moeder en kind waren verder in orde, mochten nog even in het ziekenhuis vertoeven, maar zouden al snel naar huis gaan.

“Ze heeft niets!”, gaat de vriendin verder. “Natuurlijk was ze hier niet op voorbereid! Ze heeft nog niet een rompertje voor het kind, geen luiers, het moet ook een kruik, kleertjes en ze heeft geen meubels, kinderwagen, helemaal niets!” Even stopt de spraakwaterval om op adem te komen. Ze gaat verder “dus ik dacht, ik kom maar eerst naar jullie toe.”

Ineens komt de kracht van vriendelijkheid in beweging. De vrijwilligers van de kledingbank duiken in de kasten en de dozen. Er waren toch nog niet zo lang geleden hele kleine baby kleertjes gedoneerd? Maatje 44? Het kindje is erg klein. Een 8 ponder had natuurlijk niet zo gemakkelijk verstoppertje kunnen spelen. Een berichtje op onze facebookgroep levert al snel een mooie wandelwagen op. En stichtingen waar we mee samenwerken komen ook direct in actie. Binnen een uur staat er een hele baby uitzet klaar en kan moeder rustig achterover leunen en herstellen van de schok en de bevalling. Langzaam ook gaan genieten van haar mooie kindje, samen met haar gezin.

En noemen we dat hier niet noaberschap. Dat we gewoon even aanpakken met elkaar om de ander te helpen? Natuurlijk hadden we tientallen vragen over de situatie. Die moeten op dat moment niet gesteld worden, dat kan altijd later nog. Even moet alles in beweging om te zorgen dat één van onze noabers geholpen kan worden. Zelfs een kraam cadeau voor moeder en kind was niet vergeten.

Begin van de maand maart waren met een paar bestuursleden op gesprek in het gemeentehuis met de wethouder. En in ons gesprek met mevrouw Giny Luth, kwam ook juist dit onderwerp ter sprake. Noaberschap. Er samen voor elkaar zijn. Ze vond dat wij daar zeker handjes en voetjes aan gaven. En hoe belangrijk het is om dit, juist in kleine gemeenschappen, levendig te houden.

En dan denk ik toch even terug aan mijn Rotterdamse oma. Ze woonde aan de Nassaukade op Rotterdam Zuid. Veel mannen werkten daar in de havens van Rotterdam. Het was een arme buurt en alle vrouwen ondersteunden en hielpen elkaar. “Weet je, kind, dat een buurvrouw eens een kindje kreeg met een staartje. Net zoals een dier. Dat maakte ons niet uit hoor, we hielpen haar met schoonmaken en een warme prak.” Als kind duizelde het me van de vragen over dat “staartje net als een dier”, maar oma’s verhaal ging daar niet over. Wat ze wilde vertellen is dat het niet uitmaakt, wat er nu precies aan de hand is, je steekt elkaar gewoon de helpende hand toe!

Anita